Luister de podcast van dit interview ook op Spotify of lees de uitwerking in de onderstaande blog.
Studenten in het hoger onderwijs krijgen steeds meer keuzevrijheid in hun studieprogramma. Hoe kunnen wij als docenten studenten ondersteunen om bewust en strategisch te kiezen zodat hun keuzes aansluiten bij hun persoonlijke en professionele groei?
In dit interview spreken we hierover met Milou van Harsel, associate lector bij het lectoraat Brein en Leren van het expertisecentrum Future-proof Education en Judith Teunissen, docent verpleegkunde aan Avans Hogeschool en beiden lid van het SELFLEX-consortium.
Zelfregulerend leren bij keuzeprocessen
In het onderzoek naar zelfgereguleerd leren wordt meestal gebruik gemaakt van het model van Zimmerman (2002) en ook bij SELFLEX staat dit model centraal. Een student die volgens het model van Zimmerman zelf regie neemt over het leerproces, doorloopt 3 fasen: de voorbereidings-, uitvoerings-, en reflectiefase. Je zou de fases die Zimmerman beschrijft ook kunnen vergelijken met een keuzeproces:
In de voorbereidingsfase formuleert de student persoonlijke doelen en oriënteert zich op wat er allemaal mogelijk is binnen de opleiding (bijvoorbeeld qua specialisaties, modules, minoren of vakken). De student maakt daarbij een plan over hoe de student tot een weloverwogen en passende keuze gaat komen en welke acties in welke tijd daarvoor nodig zijn.
In de uitvoeringsfase onderneemt de student zelfstandig acties om tot een bewuste keuze te komen, zoals het verzamelen van informatie, advies inwinnen bij bijvoorbeeld docenten en het maken van een planning om tot een keuze te komen. De student monitort daarbij actief of de acties of strategieën worden ingezet en als ze worden ingezet om tot een keuze te komen ook opleveren wat de student gehoopt of bedacht had of dat er bijgesteld moet worden.
Nadat de keuzes gemaakt zijn, kijkt de student tijdens de reflectiefase terug om te beoordelen of deze tevreden was over de gemaakte keuzes en of de keuzes bijgedragen hebben aan zijn of haar persoonlijke ontwikkeling. Dit reflectieproces helpt vervolgens weer bij het maken van toekomstige keuzes.
Dus een student die deze stappen doorloopt, laat zelfstandigheid, doelgerichtheid en reflectief vermogen zien, en kan de opleidingskeuzes optimaal benutten om persoonlijke en professionele ambities te verwezenlijken.
1. Keuzes tijdens de opleiding en de rol van begeleiding
Welke keuzes heb jij gemaakt tijdens je opleiding en welke begeleiding heb je daarbij gekregen?
Judith Teunissen: Tijdens mijn opleiding maakte ik keuzes, soms ad hoc en uit gemak, soms weloverwogen met oog voor de langere termijn. Een docent hielp mij door mij aan het denken te zetten over de gevolgen.
Wat maakt jou zo gepassioneerd over dit onderwerp?
Milou van Harsel: Mijn passie voor dit onderwerp komt voort uit mijn persoonlijke ervaringen. Ik wilde van jongs af aan psychologie studeren en ben ook aan die opleiding begonnen. Maar de opleiding viel tegen en ik ben overgestapt naar de PABO. Daar begon het toch weer te kriebelen om naar de universiteit te gaan en meer te leren over hoe mensen leren. Een docent van de PABO moedigde me aan om toch die keuze weer te maken. Ik ben hem daar heel dankbaar voor en bevestigt voor mij dat je vaak anderen nodig hebt bij het maken van keuzes.
2. De rol van flexibilisering en keuzevrijheid in het hoger onderwijs
Het gaat tegenwoordig veel over flexibilisering in het hoger onderwijs of flexibel hoger onderwijs. Waar hebben we het dan precies over en welke dimensies van flexibilisering kunnen we daarbinnen onderscheiden?
Milou van Harsel: Flexibilisering in het hoger onderwijs is een breed thema dat verschillende aspecten omvat. Volgens Herma Jonker van Hogeschool Windesheim kan flexibilisering worden bekeken vanuit vier dimensies: de wat-dimensie (inhoud), de hoe-dimensie (wijze van leren), de waar-dimensie (locatie) en de wanneer-dimensie (tijdstip). Daarnaast onderscheidt Saskia Brand-Gruwel een aantal niveaus waarop je naar flexibilisering kunt kijken, zoals instellingsniveau, curriculum niveau, module niveau en leeractiviteitenniveau. Bovendien spelen meerdere actoren een rol, zoals het werkveld, opleidingen, studenten en docenten. Samen vormen deze dimensies, niveaus en actoren een raamwerk om flexibilisering in het hoger onderwijs te begrijpen en vorm te geven.
Waarom bieden opleidingen steeds meer keuzemogelijkheden binnen leer- of studiepaden?
Milou van Harsel: Opleidingen bieden steeds meer keuzemogelijkheden binnen leer- of studiepaden omdat dit verschillende voordelen kan bieden. Het verhogen van flexibiliteit kan de motivatie van studenten verbeteren, doordat ze vakken kunnen kiezen die aansluiten bij hun persoonlijke interesses. Het onderwijs kan ook inclusiever worden, bijvoorbeeld door onderwijs op afstand mogelijk te maken. Daarnaast helpt flexibilisering om beter aan te sluiten op verschillende voorkennisniveaus en levenslange leertrajecten, waardoor een breder publiek dan nu kan worden bediend.
Judith Teunissen: Het biedt ook de mogelijkheid om beter in te spelen op de behoeften van individuele studenten. Hiermee kunnen ervaren studenten meer verdieping krijgen, terwijl degen die meer moeite hebben extra ondersteuning kunnen ontvangen.
3. Zelfregulatie van het keuzeproces: De student
Milou, jij geeft aan dat we van keuzevrijheid naar keuzewijsheid zouden moeten gaan. Wat bedoel je daarmee precies? Bedoel je met keuzewijsheid dat studenten hun zelfregulatievaardigheden inzetten tijdens hun keuzeproces?
Milou van Harsel: Met keuzewijsheid bedoel ik het vermogen van studenten om doordachte en passende keuzes te maken, onder andere door hun zelfregulatievaardigheden in te zetten. Dit houdt bijvoorbeeld in dat studenten hun interne kompas leren kennen – weten wat hun interesses, waarden en doelen zijn en op basis daarvan kijken welke keuzes op dat moment passend zijn. Het keuzeproces lijkt daarmee op zelfregulerend leren: je expliciteert je doelen, verkent keuzeopties en een aanpak om een keuze te maken, maakt je keuze, monitort hoe goed keuzes passen, en evalueert de uitkomsten. Door deze vaardigheden toe te passen, kunnen studenten betere en/of meer passende keuzes maken.
Hebben jullie voorbeelden van hoe studenten succesvol zelfregulatie toepassen?
Milou van Harsel: Studenten zoals Mees, die we in onze podcast hebben besproken, laten zien dat strategieën zoals het expliciteren van doelen en reflecteren echt helpend zijn bij het maken van keuzes. Mees kende zijn doelen, waarden en interesses goed bij het kiezen van zijn minor. Hij reflecteerde op wat hij de afgelopen jaren interessant vond en gebruikte deze reflectie om een weloverwogen keuze te maken voor zijn minor.
Judith Teunissen: Daarnaast toonde Mees aan dat het inschakelen van hulp in de vorm van goede gesprekken om te kijken wat bij hem past essentieel is voor succesvolle zelfregulatie.
4. Zelfregulatie van het keuzeproces: De docent
Wat is de rol van de docent?
Judith Teunissen: Het helpen bij het leren reflecteren op het keuzeproces. Docenten kunnen studenten begeleiden in het bijstellen van hun beeld en verwachtingen tijdens de opleiding. Bijvoorbeeld, door hen te helpen reflecteren op stage-ervaringen die afwijken van hun oorspronkelijke verwachtingen, zoals het ontdekken van onverwachte interesse in ouderenzorg in plaats van de kinderzorg of ambulancezorg. Dit bewustzijn helpt studenten beter geïnformeerde keuzes te maken voor hun toekomstige curriculum. Daarnaast kunnen docenten signalen die ze van studenten opvangen bespreken en daarbij niet alleen focussen op de stageopdracht maar ook de link leggen naar de interesses die de student heeft. Tevens kunnen studieloopbaanbegeleiders helpen door de juiste vragen te stellen en studenten aan te moedigen om verder te denken dan de korte termijn, waardoor ze leren om toekomstgericht en weloverwogen keuzes te maken.
We hebben gezien dat zelfkennis belangrijk is. Hoe kunnen we binnen het curriculum aandacht besteden aan het ontwikkelen van zelfkennis en zelfregulatievaardigheden?
Judith Teunissen: Om zelfkennis en de explicitering van het interne kompas in het curriculum in te bouwen, hebben wij modules ontwikkeld die gericht zijn op persoonlijk en moreel leiderschap. In deze modules kunnen studenten werken aan het identificeren van hun kwaliteiten en ontwikkelpunten, evenals het leren reflecteren. Dit kan worden gekoppeld aan hun stages, waar studenten persoonlijke leerdoelen vertalen naar de praktijk, nadenken over hun aanpak en vervolgens reflecteren op hun voortgang. Daarnaast kunnen docenten in andere modules regelmatig terugkomen op de vraag of studenten hun doelen halen en waar hun interesses liggen, door hen te stimuleren te evalueren en zich af te vragen wat ze anders kunnen doen om hun doelen te bereiken. Zo kunnen zelfregulerende vaardigheden door het hele curriculum worden versterkt.
Milou van Harsel: Het is belangrijk om zowel de student als de leeromgeving actief te betrekken bij het ontwikkelen van zelfkennis en zelfregulatievaardigheden. Docenten kunnen studenten daarbij ondersteunen op een behoefte-ondersteunende manier. Bijvoorbeeld het samen expliciteren van het interne kompas of het keuzeproces helpt studenten bij het maken van weloverwogen keuzes.
Hoe kun je zelfkennis en zelfregulatievaardigheden toetsen?
Judith Teunissen: Het toetsen van zelfkennis en zelfregulatievaardigheden kan op verschillende manieren. Het kan holistischer door een toetscriterium gerelateerd aan zelfregulatie op te nemen in diverse modules. Zo hebben we een leeruitkomst over kritisch denken in het verpleegkundig proces. Een toetscriterium hierbij is dat ze reflecteren op hoe ze hun houding als kritische denker tijdens het blok hebben ontwikkeld.
Daarnaast kunnen zelfregulatievaardigheden getoetst worden door middel van criteriumgerichte interviews en assessments, waarbij studenten reflecteren op hun zelfregulerende activiteiten. Ook kunnen beroeps authentiekere toetsen worden ingezet, waarin studenten zowel hun theoretische kennis als praktische ervaring en vaardigheden demonstreren.
Wat vraagt die coachende rol van jou als docent?
Judith Teunissen: De coachende rol als docent vraagt dat je goed kunt onderzoeken waarom een student afhaakt, wat kan liggen aan focus, interesse, of het verliezen van overzicht. Dit vraagt best veel om te onderzoeken maar je kunt er veel uithalen. Bijvoorbeeld, tijdens een stage, wanneer een student aangeeft dat ze het helemaal niet leuk vindt, moet je vragen waar ze tegenaan lopen, wat ze wel leuk vinden, en welke andere mogelijkheden er zijn. Dit helpt studenten om hun toekomstplannen opnieuw te evalueren en motivatie terug te vinden.
Hoe begeleiden jullie docenten bij het ontwikkelen van coachingsvaardigheden?
Milou van Harsel: We begeleiden docenten bij het ontwikkelen van coachingsvaardigheden door verschillende initiatieven te organiseren. Zo hebben we trainingen zoals ‘De docent als coach’ waarin modellen rondom coaching aan bod komen, bijvoorbeeld het GROW-model. Recentelijk hebben we een training ontwikkeld waarin docenten kunnen leren hoe zij studenten nog beter kunnen begeleiden bij het maken van keuzes. Deze training behandelt overtuigingen, het aanspreken van het interne kompas en het expliciteren en doorlopen van de stappen in het keuzeproces. Daarnaast geven we de coachende rol meer handen en voeten door te verduidelijken wat deze rol inhoudt naast de andere rollen die een docent heeft. Het betekent niet dat je als docent alleen maar deze rol hebt, waarbij je geen kennis meer mag overdragen of alles maar uit de student moet laten komen. Integendeel. Het gaat om aansluiten bij het leren van de student en het doel van de ‘taak’. En als dat is het interne kompas versterken, dan is aandacht voor reflectie en coachingstechnieken die daarbij kunnen ondersteunen essentieel.
Wat zou je docenten willen meegeven?
Judith Teunissen: Het is belangrijk om te beseffen dat flexibilisering en keuzes maken een uitstekende context bieden om van regulatie naar zelfregulatie te groeien. Studenten maken misschien niet altijd de juiste keuzes, maar dit moeten ze zien als waardevolle leermomenten. Dit proces helpt hen beter voor te bereiden op de vele keuzes die ze na hun diplomering in hun loopbaan zullen tegenkomen. Het is essentieel dat ze dit nu in een veilige omgeving kunnen doen, met begeleiding en coaching van docenten.
Milou van Harsel: Ik wil graag de paradox in de coachende rol benoemen die ik soms zie in de onderwijspraktijk. Dat wil zeggen, enerzijds denken dat deze rol het onderwijs verarmt omdat er geen kennisoverdracht meer mag zijn en anderzijds het in extreme doorvoeren waarbij we denken dat we op onze handen moeten zitten en wachten tot de student met vragen komt.
Mijn advies is om – zeker wanneer het gaat om leren kiezen – richting te geven en suggesties te bieden die de student verder kunnen helpen in hun proces, maar de uiteindelijke keuze aan de student te laten. Geef voorbeelden, modelleer gedrag, en geef feedback om studenten te helpen tot eigen inzicht te komen.
5. De Toekomst van Zelfgereguleerd leren in Onderwijs
Wat kunnen we verwachten van de toekomstige onderzoeken binnen SELFLEX?
Milou van Harsel: Binnen ons werkpakket gaat het vooral over zelfregulerend leren binnen flexibele leertrajecten. Er wordt zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek uitgevoerd. Zo is bij Avans Hogeschool een kwantitatief onderzoek gedaan naar hoe en op basis waarvan studenten keuzes maken bij het kiezen van een minor. Daarnaast is er hiernaar ook kwalitatief onderzoek uitgevoerd door een docent-onderzoeker verbonden aan het lectoraat Brein en Leren. Momenteel worden de data gecodeerd en geanalyseerd. Bij Inholland loopt een onderzoek naar de flexibilisering binnen modules. Dit onderzoek, uitgevoerd door Renée Hendriks, vergelijkt de flexibiliteit die docenten bieden met de flexibiliteit die studenten ervaren, en hoe dit relateert aan hun motivatie en aspecten van zelfregulerend leren. De dataverzameling is in volle gang.
Welke verandering zou je willen zien in het onderwijs?
Judith Teunissen: Ik zou kiezen voor docentprofessionalisering. Dus ook naar jezelf durven kijken. In welke vaardigheden ben ik al goed als het gaat om zelfregulerend leren? Welke blinde vlekken heb ik zelf? Maar ook hoe kan ik mijn studenten daar veel bewuster in coachen?
Milou van Harsel: Ik zou ook pleiten voor meer aandacht aan docentprofessionalisering m.b.t. dit thema. Ik zet docenten op een voetstuk, zij maken het onderwijs. Tegelijkertijd geloof ik wel dat, door hen te verzien van meer kennis over leren en daarmee vertrouwen in eigen kunnen, zij met nog meer plezier voor de groep kunnen staan en studenten hierin kunnen begeleiden.
Conclusie
Flexibilisering in het curriculum, ondersteund door coaching en begeleiding, stelt studenten in staat om in een veilige omgeving te experimenteren met en te leren van het maken van keuzes, wat hen voorbereidt op toekomstige professionele keuzes. Docenten kunnen studenten ondersteunen bij zelfgereguleerd kiezen, bijvoorbeeld door hen aan te moedigen om zelfkennis te ontwikkelen, doelen expliciet te maken, te monitoren of de keuzes passen bij de gestelde doelen en te reflecteren op hun ervaringen. Daarnaast kunnen docenten studenten hierbij helpen door richting te geven, vertrouwen te bieden, suggesties te doen, en feedback te geven, zonder de autonomie van de student te ondermijnen. Professionaliseringsprogramma’s voor docenten die gericht zijn op het ontwikkelen van coachingsvaardigheden zijn hierbij essentieel.
Belangrijkste inzichten
- Een visie op de dimensies van flexibilisering kan helpen om de juiste keuzes te maken rondom flexibilisering
- Autonomie en keuzevrijheid zijn niet altijd hetzelfde; een student kan autonomie ervaren zonder keuzevrijheid en omgekeerd
- Het effectief inzetten van keuzevrijheid vraagt om zorgvuldig afgestemde opties die aansluiten bij de interesses en de student daadwerkelijk motiveren
- Stimuleer studenten om keuzes te maken op basis van hun interne kompas (interesses, waarden, doelen en capaciteiten)
- Stimuleer studenten om zelfregulatievaardigheden in te zetten zoals doelen expliciteren en monitoren van en reflecteren op het keuzeproces, om zo tot meer passende keuzes te komen.
- Studenten maken misschien niet altijd de juiste keuzes maar dat zijn waardevolle leermomenten
- Neem een coachende rol aan om studenten te helpen te reflecteren, te helpen na te denken over hun interne kompas en hen aan te moedigen om verder te denken dan de korte termijn
- Gebruik holistische toetsing, reflecties in portfolio’s of beroeps authentiekere toetsen om ontwikkeling te evalueren
Show notes
- Brand – Gruwel, S. (2024). Voorbij keuzestress: een hanteerbaar ontwerpperspectief op flexibel onderwijs. Maastricht University. https://doi.org/10.26481/spe.20240321sb
- Brinkman, M., Vriens, F., Harmsen, L. & Stuijver, S. (2022). Bouwstenen voor flexibel onderwijs. Versnellingsplan Onderwijsinnovatie met ICT.
- Huizinga, T., Van Kuijk, M., & Jonker, H. (2023).Studentbehoeften in het kader van flexibilisering. nl (NRO). Geraadpleegd op [22 maart 2025], van www.onderwijskennis.nl/node/4987
- Meens, E. E. M. (2020). Een leven lang kiezen: het coachen van loopbaan- en levenskeuzes. Amsterdam: Boom.
- Tucker, R. and Morris, G. (2011), Anytime, anywhere, anyplace: Articulating the meaning of flexible delivery in built environment education. British Journal of Educational Technology, 42, 904-915.https://doi-org.proxy.uba.uva.nl/10.1111/j.1467-8535.2010.01138.x
- Van Harsel, M., Verkoeijen, P.P.J.L., Raaijmakers, L., & Van der Stappen, E. (2024). Het bieden van keuzevrijheid door flexibel onderwijs: naar meer motivatie en zelfregulerend leren? In Een pedagogisch-didactische verkenning van zelfregulerend leren (pp. 81-87). Telos Uitgevers.